De essentie van het ontwerp is dat er diverse karakteristieke openbare ruimten zijn vormgegeven waaraan gewoond wordt en/of waar men langsgaat bij het bereiken van de woning. Hier ligt voor iedere woning, ook voor het bestaande patrimonium, een specifieke kwaliteit door een unieke ligging aan of op nabije afstand van deze gemeenschappelijke stedelijke kamer.
Het plan is opgezet langs een hiërarchie van ruimten, betekenisvol voor het stadsdeel als mede centrum van de wijk, de smaakmaker van elke buurt en entrees naar de wijk toe. De interventies zijn gepleegd op plekken waar de menselijke schaal in de wijk, door grote/lange horizontaal gelede appartementenwanden, werd doorbroken. Ervoor in de plaats komen veel compactere individuele woningen, aan meer menselijke ruimten.
De meest belangrijke openbare ruimte ligt in het centrum van de wijk, en is belangrijk op de grotere schaal als plek op een lange verbindings-as. De ruimte ligt aan een nieuwe brede laan en is een verhard plein, met diverse functies in de plint. Dit plein wordt op interessante punten gemarkeerd, en de grotere gebouwen die het plaza omkaderen zijn goed gedecoreerd.
Ten tweede heeft de wijk door de bebouwing gesloten buurt-kamers. Deze door groen ingerichte ruimten bieden door de monumentaliteit een samenhang naar de bestaande tuinstraten. De nieuwbouw helpt bij deze monumentaliteit, maar blijft puur in architectuur om de groene inrichting  kwaliteit aan iedere woning te geven.
Ook zijn de entreeruimten van de wijk zijn door verbreding en vernauwing van het profiel vormgegeven. Ze zijn ingericht met kleine groenelementen door de ingangen is het woongedeelte gescheiden van het stadsleven. In dezelfde categorie en aankleding liggen de groene verbindings lanen.
Door het vormen van nieuwe stadsblokken is het mogelijk de groene kamers van de wijk voor een deel te ontzien van parkeren, door dit binnen de blokken op te lossen, zo word de thuiskomroute nog sterker gestuurd langs de groene ruimten.
In de Noord-Zuidverbinding wordt de route gestuurd langs 3 van de 5 kamers, waaronder het hart van de wijk,  en 2 entree ruimten. De andere 2 kamers liggen strategisch gelegen waardoor alle delen van de wijk met deze nieuwe kwaliteit worden bedeeld.

In dit atelier stond de woonomgeving centraal, en werden alle schaalniveaus van de wijk aangeraakt, van de overgangen in stedenbouw en openbareruimte tot de stoffelijkheid van de architectuur. De opgave betrof hierbij het ontwerpen van een buurt. De buurt, de prachtwijk oud-Charlois, kon nieuw worden vormgegeven door interventies in het bestaande patrimonium en een nieuw ensemble.

Atelier: Thuis
Leermeesters: Floris Cornelisse & Philomene van der Vliet